ODD (OPPOSITIONAL DEFIANT DISORDER):
Definitie:
ODD is een stoornis die wordt gekenmerkt door twee verschillende
problemen. Dit zijn agressiviteit en de neiging om anderen opzettelijk
lastig te vallen en te irriteren.
Wat is ODD?
ODD is een oppositionele opstandige
gedragsstoornis die voorkomt bij kinderen. Een kind met ODD is erg
inflexibel en het heeft daardoor moeite met veranderingen. Ook heeft
het kind een lage frustratietolerantie. Het is snel gefrustreerd,
raakt snel van streek en kan tegenslagen niet goed opvangen en
verwerken. Hierdoor ontstaan driftbuien en opstandig gedrag. Alle
kinderen hebben periodes met agressief gedrag, zoals in de
kleuterperiode en tijdens de puberteit. Maar een kind met ODD heeft
dit oppositionele gedrag constant en voor een langere periode.
DSM-IV
noemt het een patroon van negatief, vijandig en dwars gedrag dat zich
langer dan vier maanden voordoet en waarbij vier of meer van de
onderstaande symptomen worden waargenomen:
-
wordt vaak driftig;
-
gaat vaak met volwassenen in discussie;
-
verzoeken of regels van volwassenen worden bewust overtreden of
genegeerd;
-
kliert andere mensen;
-
geeft anderen de schuld van zijn of haar fouten of misdragingen;
-
wordt snel boos of raakt snel geïrriteerd door anderen;
-
is vaak boos en lichtgeraakt;
-
is vaak hatelijk en wraakgierig.
Wanneer
kinderen onder de vier jaar erg sterk op anderen reageren, moeilijk
kunnen worden getroost en een hoge motorische activiteit hebben, kunnen
dit aanwijzingen zijn voor het ontstaan van ODD. Huwelijksproblemen en
inconsistent opvoeden kunnen ook mede van invloed zijn op de stoornis.
Een extra
probleem van ODD is dat het zelden als enige stoornis wordt aangetroffen
bij kinderen. Vaak wordt ook ADHD of een depressie vastgesteld. Een
duidelijk verschil tussen ODD en ADHD is ook lastig vast te stellen. ODD
wordt gekenmerkt door opzet en agressiviteit, terwijl ADHD wordt
gekenmerkt door impulsiviteit. Dus is ODD lastiger om mee om te gaan en
te accepteren. ODD kan op latere leeftijd overgaan in een
gedrags-stoornis (Conduct Disorder).
Omdat
kinderen met ODD ‘gemeen’ zijn, krijgen vaak andere gezinsleden de
schuld. Ze maken anderen (zeer geloofwaardig) wijs dat ze slecht
behandeld worden door ouders, leraren of broertjes en zusjes. Men dient
hier op te reageren door onderling af te spreken dat zo’n kind nooit
geloofd wordt indien het iets over een ander zegt.
Probeert
nooit boos te worden, te schelden, te slaan. Dat is immers het
uiteindelijke doel van een kind met ODD. Het heeft simpelweg plezier in
het irriteren van anderen.
Stel samen
regels op met een belonings- en strafsysteem. Bijvoorbeeld een dag niet
geklierd dan wat later naar bed. Een regel overtreden betekent eerder
naar bed en een dag geen televisie of computer.
En heel
belangrijk: iedere volwassene dient op dezelfde wijze te reageren op
irritant gedrag van het kind.
Oppositioneel
Opstandige Gedragsstoornis (ODD)
Bron:
American Psychiatric Association (2000).
Beknopte Handleiding bij de Diagnostische
Criteria van de DSM IV-TR, American
Psychiatric Association (p. 103).
Oorzaken
Over de
oorzaken van ODD is men het nog niet
helemaal eens. Tegenwoordig wordt uitgegaan
van aanleg (nature) en omgevingsfactoren
(nurture). Enkele aanlegfactoren kunnen
zijn; een langzamere hartslag, erfelijkheid
(een broer, zus of ouder met ODD), een
hogere stressdrempel, een lichte
hersenbeschadiging of een inhibitieprobleem
(dan heeft het kind geen controle over de
hoeveelheid prikkels die binnenkomen in zijn
hoofd). Omgevingsfactoren kunnen oorzaken
zijn; ouders met alcohol- of drugproblemen,
een lage sociaaleconomische status en
ouderlijk antisociaal gedrag. Maar ook
pedagogische onmacht of verwaarlozing,
echtscheiding of werkeloosheid van de ouders
en weinig toezicht hebben invloed op het
ontwikkelen van ODD.
Cijfers
ODD komt
voor bij 3,2 procent van alle kinderen
(cijfers; Lahey e.a., 1999). 30 tot 40% van
alle kinderen met ODD hebben ook ADHD. Vaak
komt ODD niet alleen voor, er is dan sprake
van comorbiditeit. ODD komt drie keer zo
vaak voor bij jongens dan bij meisjes en
komt ook vaker voor in grote steden dan op
het platteland.
Gevolgen
De gevolgen
van ODD kunnen heel ernstig zijn; een
slechte band met ouders en andere
familieleden, uithuisplaatsing of in
aanraking komen met justitie. Een kind dat
andere kinderen pest, driftbuien heeft,
liegt en andere kinderen pijn doet, wordt
vaak niet aardig gevonden. Dit kan grote
sociale gevolgen hebben voor zowel het kind
als voor de ouders. Ouders nemen het kind
nergens meer mee heen, blijven daardoor meer
op zichzelf en komen zo in een neerwaartse
spiraal terecht. De ouders krijgen het
meeste opstandige en agressieve gedrag over
zich heen; schelden, slaan, totaal niet
luisteren, etc. Niet alleen het kind heeft
ODD, het hele gezin lijd er onder. Een kind
met ODD kan CD ontwikkelen.
Behandeling
Voor de
behandeling start is het belangrijk goed te
laten onderzoeken welke problematiek het
kind ondervindt. Is er sprake van alleen
ODD, van comorbiditeit, depressie, een hoog
of juist laag IQ? Is er een gevaar voor het
kind zelf of zijn omgeving? Hoe gaat het met
de rest van het gezin, kunnen de ouders het
aan? Welke omgevingsfactoren zijn er in het
spel? Hoe is de verdere gezondheid van het
kind? Op basis van deze gegevens kan worden
gestart met de behandeling.
- Deze
behandeling heeft als belangrijke basis de
ouders te informeren over de stoornis. Ook
worden opvoedingsadviezen gegeven; veel
structuur, duidelijke communicatie, manieren
van belonen, negeren en straffen, regels
stellen, omgaan met driftbuien en dagelijkse
probleemsituaties.
- Daarna
kan er gekeken worden naar eventuele
medicatie. Er is geen medicatie speciaal
voor ODD ontwikkeld, maar er worden wel
middelen voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld
Dipiperon. Als het kind naast ODD ook ADHD
heeft, kan er ADHD-medicatie worden
voorgeschreven. Ook andere middelen kunnen
bij comorbiditeit worden voorgeschreven.
- Er zijn
verschillende vormen van begeleiding;
ambulante hulp (hulp aan huis), een
wekelijks bezoek aan de kinderpsychiater of
hulpverleningsinstantie, dagbehandeling,
opname en plaatsing in een psychiatrische
kliniek. Dat is afhankelijk van de mate van
de problematiek.
- Er zijn
verschillenden cursussen en begeleiding te
volgen, zowel voor de ouders als het kind
zelf; ouderbegeleiding,
gedragstherapeutische therapie, cognitieve
therapie, gedragstherapie, speltraining,
woedebeheersingsprogramma’s en sociale
vaardigheidstraining.
- Er kan
worden besloten dat het kind beter op zijn
plaats is in het speciale onderwijs, omdat
de leerkrachten hier de kennis en kunde
hebben om met deze stoornis om te gaan. Ook
is er meer toezicht en begeleiding naar het
kind toe.
- Ouders
kunnen een PGB aanvragen en daarmee dag- of
logeeropvang betalen, hiermee worden de
ouders tijdelijk ontlast.
- Soms is
een opname nodig om het kind uitgebreid te
onderzoeken of wanneer de problemen zo
ernstig zijn dat het kind (tijdelijk) niet
thuis kan wonen.
Toekomst
Een kind
met ODD opvoeden is ontzettend zwaar. Het
kind heeft veel meer begeleiding en sturing
nodig dan leeftijdsgenootjes. De ouders
hebben veel kennis, motivatie en hulp nodig
om het kind op te voeden.
Een kind
met ODD wat tijdig en juist behandeld wordt,
kan op volwassen leeftijd prima
functioneren. Er is dan misschien nog wel
sprake van problemen, maar niet in die mate
om het een naam te geven. Maar er is ook een
groep die ODD blijft houden, ook als er
alles aan gedaan is om het te behandelen.
Een vroege herkenning is dus belangrijk,
hierdoor kan er snel gestart worden met de
juiste behandeling en aanpak.
Een kind
met ODD wat niet tijdig herkend wordt, wat
niet behandeld wordt, of waar de
omgevingsfactoren erg tegenwerken, kan CD
ontwikkelen. CD is een verergerde vorm van
ODD. Het is een antisociale gedragsstoornis,
waar bij het kind anderen met opzet pijn
doet, mishandeld, dingen vernield en met
justitie in aanraking kan komen.
Door:
Coby
Hartog-Polkerman
is zelf moeder van een zoon met ODD.
Daarnaast heeft ze verschillende cursussen
gevolgd en artikelen geschreven over
psychologie, gedrag en opvoeding.
Bronnen
American Psychiatric
Association (2000).
Beknopte
handleiding bij de Diagnostische
Criteria
van de DSM IV-TR (G.A.S. Koster van Groos).
Washington
DC; American Psychiatric Association.
(Diagnostic criteria from DSM IV-TR,
2000).
Hartog-Polkerman, C. (2009), Opstandig,
Dwars & Driftig, handboek gedragsstoornissen
ODD en CD, voor ouders, opvoeders,
leerkrachten en hulpverleners.
Amsterdam:
SWP.
Lahey,
B.B., Miller, T.L., Gordon, R.A. & Riley,
A.W. (1999).
Developmental epidemiology
of the
disruptive behavior disorders.
Washington
DC: American
Psychiatric Association
|